In het Gronings kan iemand met weinig woorden veel zeggen. Dat vind ik knap.
Waarom dertig woorden gebruiken als het met minder kan? Als voorbeeld een conversatie bij de bushaltes voor het hoofdstation in Stad.
Buschauffeur hangt half over zijn stuur, eet zijn broodje en kijkt zonder veel te zien naar buiten. In gedachten is hij heel ergens anders. Dat mag, wanneer je ritten rijdt waar weinig tijd is om te pauzeren en je eindelijk even een paar minuten op officieel schema bent.
Een ietwat gehaaste jongeman, die klaarblijkelijk niet dagelijks van het openbaar vervoer gebruikmaakt, vraagt met één voet op de onderste tree: “Daam?” Hij bedoelt iets van: “Goedemiddag chauffeur, neemt u mij niet kwalijk dat ik u stoor maar ik zou u graag om wat informatie willen verzoeken aangaande de vertrekplaats van de eerstvolgende bus naar Appingedam?” Chauffeur heeft even nodig om weer met zijn gedachten terug te komen op de plek waar hij zich lijfelijk bevindt. “Dai.” Hij wijst naar een paar bussen verderop. De ander is al weg zonder ook maar kort te bedanken. Ik zie hem op de plaats waarheen de chauffeur ongeveer wees enkele busbestemmingen lezen. Hij schudt telkens ongeduldig zijn hoofd en beent met kordate stap terug. “Lukst!” snauwt hij half naar binnen alvorens naar de bus die net aan komt rijden, te rennen. Chauffeur haalt zijn schouders op, sluit de deur en schakelt de wagen bedaard naar de versnelling. Volgende halte.
Jos Rietveld, Mengelmous (Dagblad van het Noorden), 15 oktober 2010
Geen opmerkingen:
Een reactie posten