donderdag 15 december 2016
Wel n schiere kerel, nait? (Mm)
Voor opmerkzame Stadjers of aander lu dai gain haast hemmen, is der ook op dizze diezege, daip dokerge, körte doagen in december veul te zain in Stad.
Op raand van daipenring binnen altied wel manlu te vinden dai vissen. Meestal staan ze alleen en hebben duudelk gain enkel belang bie proatjederij of gezelschap. Op dagen in deze tijd van het jaar als het niet echt licht wordt, zie je ze alleen als je goed oplet. Want ze zwijgen.
Vandaag is het even anders. Kruising Turfsingel-Boterdiep-Bloemstraat moet een goede stek zijn. Vandaag staat daar een kluitje mannen. Vandaag klinkt er, weliswaar gedempt, bewonderend: ‘Diiikke broazem!’ en ‘Groot as n deurmadde’. Inderdaad, ook bij dit mindere zicht is het een flinke jongen.
Er wordt kort overwogen de vis mee naar huis te nemen. Alle mannen krijgen, alleen door dat idee lijkt het, ineens iets joligs in hun spraak. Meenemen, bakken, opeten; waarom niet? Ook de man die juist brandstof kocht en zich stilzwijgend bij het gezelschap voegde, doet mee.
Toch werpt de vanger de vis terug. Inclusief haakje dat de brasem in zijn gespartel lostrok van het vistuig: ‘Da’s hai noa twai doagen weer kwiet’. De laatst aangekomene loopt ineens: ‘Waark wacht, moi hè’ weg.
‘Kinstou hom?’ vroagt visser minuten later aan de man naast hem. -‘Nooit eerder zain.’
-‘Wel n schiere kerel, nait?’
Dan komt de stilte terug die bij het turen naar een dobber hoort. Zeker in Stad op zo’n graauwe dag.
Jos Rietveld, Mengelmous (Dagblad van het Noorden), 12 december 2016
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Viskelu in Stad hebben rondomrond heur dobber ducht mie n hail aigen sproak ontwikkeld.
BeantwoordenVerwijderenSucces met dit weblog!
BeantwoordenVerwijderenWat betreft het teruggooien: brasems ruiken nogal sterk, waarschijnlijk geldt dit ook voor de smaak. Ik zou er ook geen willen eten, want ze wroeten in de bodem en vreten bodemdiertjes. Niet zo heel erg gezond, dunkt me, als die uit de diepenring komen.