Niet dat ik de indruk wil wekken veel
van flora te weten. Ik ken het verschil tussen een boter- en een koolzaadbloem,
tussen een klaproos en een paardenbloem. Dat schijnt tegenwoordig al heel aardig
te zijn.
Die toename van belangstelling komt
door uitbundige bloemenbloei in eigen tuin, de kennis van geliefde van omgeving
en natuur en de toename deze zomer van stokrozen in allerlei stokroostinten tegen
woonhuizen aan en in of meer verkeersluwe straten en pleintjes.
Bovendien helpen de zakjes wilde bloemzadenmix die Natuurmonumenten uitdeelt ook lekker mee.
Bovendien helpen de zakjes wilde bloemzadenmix die Natuurmonumenten uitdeelt ook lekker mee.
Lief maakt, niet eens ver van ons
huis in Groningen-Stad, een foto van een paar vlasbloemetjes. Dat doet mij nadenken. Eind vorige eeuw kom ik in een café dat er nu niet meer
is in gesprek met een oudere heer, afkomstig van Het Hogeland. Van deze voormalige
‘De oude snikstal’ is zelfs de gevelsteen uit 1771 er niet meer; die is
door een van de latere uitbaters schandalig genoeg ‘gewoon even’ onder bruine
verf weggewerkt.
Dit natuurlijk als niet onbelangrijke informatie terzijde.
Dit natuurlijk als niet onbelangrijke informatie terzijde.
Voornoemde heer vroeg mij een
rijmraadsel die me jaren bijbleef en nu diep van de harde schijf moest
opgeduikeld. Het gaat zo:
Toen ik jong was en schoon
droeg ik een blauwe kroon
Toen ik oud werd en stijf
bond men mij een touw om het lijf
Ik werd gekneusd, gebroken en geslagen
Ik werd later door prinsessen gedragen
Ik werd later door prinsessen gedragen
Oplossing: vlas (illustratie uit
‘Afbeeldingen der artseny-gewassen met derzelver Nederduitsche en Latynsche
beschryvingen’, 1736).
Mooie zomer en hoedt u voor tegeltax.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten