zaterdag 14 januari 2017

Reinout

De aanwezigen die geen familie of collega’s waren, waren Stadjers die Reinout Oosten ‘gewoon’ kenden; uit de stad. Dat ‘gewoon’ hoorde ik een aantal mensen uitspreken met een intonatie die ongeveer klonk als ‘vanzelfsprekend’. Voor mij gold dat ook.

Reinout, zwierig in wintermantel of beige regenjas, op of met de fiets, hoorde bij Stad.

Natuurlijk weet ik het niet zeker hoe lang, over dit soort dingen denk je pas achteraf na -hoe lang ik Reinout bewust ken. Uh, kende. Meer dan 25 jaar, dat wel. Import, want zijn tongval was niet Gronings. En praten op afbetaling deed hij al helemaal niet. Eloquent, duidelijk gearticuleerd spre-ken des te meer. Over de onderwerpen waarover hij sprak, sprak hij met grote kennis van zaken, tot in het detail. Ik bewonderde zijn woordkeuze, naar hem luisteren was genieten van de verwoording van een onderwerp.

Op het afscheid, waar ik me aanvankelijk wat ongemakkelijk voelde, bleek ik niet de enige te zijn van de aanwezigen die met eenzelfde drang gekomen was. Van Reinout nam je afscheid. Gewoon, omdat het Reinout was. Terwijl ik dit schrijf luister ik naar Beethoven’s ‘Pathétique’. De vrouw die naast me zat zei later dat dit muziekstuk bij Reinout hoorde. Gewoon, daarom. Ze had gelijk. ‘Ont-zag-ge-lijk’ gelijk, zou Reinout hebben gezegd.

Hij had nog wel even mogen blijven, zei iemand tijdens het afscheid. Ook daar had die spreker gelijk in. ‘Ont-zag-ge-lijk', hoor ik Reinout zeggen terwijl hij een zakdoek uit zijn kleding opdiepte. Want het was longemfyseem, zoals hij me een aantal jaren terug toevertrouwde. Als ik geen afscheid van hem was komen nemen, weet ik zeker dat ik de rest van mijn leven spijt zou hebben.

2 opmerkingen: