maandag 16 januari 2017

Platjelopen (Mm)


“Wat is dat…?!!” klonk het als een snerpende zweepslag. Trillend van ingehouden woede wees moe met een uitgestoken arm naar keukentafel. Geheel naar waarheid zei zoonlief: “Een fruitmand.” “En waistoe messchain hou dai hier komt, hm?”, ging t salvo verder.

Jonkje zweeg en keek naar een vogel in de tuin. “Kiek, ma, n vogel”, probeerde hij zwakjes. “Vogel, niks vogel, k zel die leren, snötoap, platjeloper!”
’t Was zo: paar weken terug had hij voor zijn verjaardag een nieuwe fiets gekregen. Het ging naar de zomer toe, de zon lonkte verleidelijk aan de andere kant van het raam van het klaslokaal. Hij kon op school goed meekomen dus verveelde hij zich daar vaak. Laif wicht oet klas wilde het briefje dat door een ouder buurmeisje geschreven was wel aan meester geven. Vervolgens hoefde hij alleen een beetje met de schooltijden rekening te houden om op tijd thuis te komen en klaar. De wereld lag, in de vorm van graskant naast het kanaal en alle routes tussen Stad en Appelbergen, voor hem open. Totdat… meester een geldinzameling bedacht om een fruitschaal te laten bezorgen.

Vogel hipte naar een andere struik. Jonkje wist dat alle verweer nu zinloos was en bleef zwijgen. Moe wist heel goed hou t mos. “Komst met mie mit noar school tou en dailt haile fruitmand oet aan dien klasgenoten en pas op: doe zulf kriegst niks, platjeloper!” 
In de tuin maakte de vogel dat hij wegkwam.

Jos Rietveld, Mengelmous (Dagblad van het Noorden), 27 april 2010

3 opmerkingen: