maandag 2 januari 2017

Rollechies (Mm)


De laatste is op. Nijjoarsveziede bracht een dikke trommel frêle, flinterdunne rolletjes. De zoetfrisse geur van vanille met een zweem citroen zweefde de keuken in toen het deksel van de trommel kwam. “Het hai zulf bakt, dut hai elk joar”, zei de vrouw terwijl ze haar hoofd in de richting van haar man duidde. Manlief, die vaker achter het fornuis staat, glimlachte. Het is, denk ik, een vorm van genegenheid voor stellen die elkaar een zekere tijd kennen. Het benoemen van een bezigheid. Dat een uiting van vertrouwde eigenheid en geborgenheid vertegenwoordigt. Volle trommel mocht eerst wel bij ons blijven. 
En zo aten we vanaf de eerste dag van het nieuwe jaar af en toe een rollechie. Of twee, of drie. Meestal zonder, soms gevuld met verse slagroom uit eigen slagroomspuit. Bij het rollechies-verhaal hoort het verhaal van kniepertjes. Die zijn helemaal plat en volgens kenners gemaakt van een net iets andere ingrediëntenverhouding. Elk huishouden kent een eigen variant. Kniepertjes horen tot de 31e december geserveerd te worden. Het platte, uitgerolde, representeert het afgelopen jaar: alles heeft zich geopenbaard, het jaar heeft zich ‘ontrold’. En rollechies betekenen een nieuw jaar waarin ons van alles te wachten staat wat we, soms gelukkig maar, nog niet weten.
Trommel is leeg en afgewassen en gaat straks mee naar de kast waar hij hoort. Om het hele jaar dienst te doen voor allerlei en straks in december weer voor kniepertjes. Tradities, hmm lekker!

Jos Rietveld, Mengelmous (Dagblad van het Noorden), 11 januari 2011

Geen opmerkingen:

Een reactie posten